De grote migratie

Elk jaar vindt een van de meest ongelooflijke natuurspektakels ter wereld plaats in Oost-Afrika, wanneer bekend is dat bijna 2 miljoen dieren een afstand van ongeveer 1.800 mijl afleggen, aangedreven door de seizoensregens. Terwijl ze door Tanzania en Kenia trekken, zijn enorme aantallen gnoes, zebra's en gazellen te zien die samen migreren op zoek naar verse begrazing.

Hoewel de exacte timing van de Grote Migratie van jaar tot jaar varieert, afhankelijk van de regenval, blijft de cyclus hetzelfde, te beginnen met het afkalfseizoen dat plaatsvindt tussen januari en maart. Ongeveer 400.000 Gnoe-kalveren worden geboren op de zuidelijke Serengeti-vlaktes, waarvan de meeste verschijnen gedurende een periode van drie weken in februari.

Tussen april en mei begint hun immense reis naar het noorden wanneer enorme kolommen met honderdduizenden dieren door de westelijke vlaktes trekken en tegen juni op hun sporen worden gestopt door hun eerste natuurlijke obstakel. Door in grote aantallen samen te komen op de zuidelijke oever van de rivier de Grumeti, worden ze beschermd tegen de wachtende krokodillen wanneer ze proberen over te steken.

In juli en augustus verspreidden de kuddes zich over het Grumeti-reservaat en in het hart van het Serengeti National Park en blijven naar het noorden trekken tot september, wanneer de Mara-rivier de grootste hindernis tot nu toe vormt. Deze diepe, snelstromende rivier stroomt van het Maasai Mara Game Reserve door de noordelijke Serengeti en leidt tot paniek bij de oversteek van de kuddes.

Korte tijd later (soms na slechts een paar dagen) steken de kuddes de Mara-rivier weer over en beginnen hun reis naar het zuiden terug naar de zuidelijke vlaktes van de Serengeti, waar de regens in november nieuwe scheuten zullen hebben gebracht. Deze cyclus begint dan opnieuw met de start van het afkalfseizoen in januari, wanneer talloze roofdieren, waaronder leeuwen, luipaarden en hyena's, de kuddes volgen.